Brief aan Benard Dewulf

Beste mijnheer Dewulf,
Dag Bernard,

Lang geleden dat we elkaar nog gesproken hebben.
Ik lieg. We hebben elkaar nog nooit gesproken.

Toch heb ik het gevoel dat ik je ken. Beter dan jij mij kent.
Jij kent mij helemaal niet.

Ik lig in bed, het is nog te vroeg om op te staan.

Toch wil ik niet vasthouden aan mijn droom van vannacht.
Ik verkies het krakend geluid van papier.
Onwetend of ik van de ene in de andere nachtmerrie zal belanden.

De vingers van mijn geschonden handen klemmen om het opengeklapte DS Weekblad.
Vingers waar de tijd tussendoor glipt.
Zo lees nu pas ik jouw SI & LA van 4 april.

Ik lees dat je ‘Happy Birthday’ zingt bij het handen wassen.
Iets dat niet van je gewoonte is.

Je zingt luidop.
Dat had ik niet verwacht.

Niemand die je kan horen.

Voor mij geen reden om niet in stilte te handelen.
Zo doe ik het, mijn handen, vingers en armen wassen: geruisloos tellend.

Schaamte wil niet gehoord worden.

Hoe lang je liedje duurt, is niet wat ik me afvraag.
Ook niet of je veiliger bent, want dat spreekt voor zich.

Wel of je je veiliger voelt.

Het verhaal van je handen is geen reconstructie die je wil maken.
Je doet het toch en denkt nooit meer te kunnen aanraken zoals vroeger.

Het stemt me droevig.

Is het de schuld van je eigen gedachten?

Van de kenners die je zeggen te zingen?

Of simpelweg van het coronavirus?

Maakt mijn bezorgdheid van je betalende vinger een beschuldigende?

Dat is niet wat ik wil.
Wat ik wil is u bedanken.

Omdat u de pijn aan mijn handen associeert met iets waar ik van hou.
En niet aan iets wat ze kapot maakt.

Zwaai, en vrolijk Pasen!
Ann


Bron: DS Weekblad, 4 april 2020

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s