Categorie archief: Winkelhieren in tijden van COVID-19

Een bittere pil

Ooit al eens een medisch voorschrift gewassen met zeep? Neen?
Ik wel. Helaas maar al te vaak.

Dat ziet er zo uit.

Vreselijk.

Het is één van die momenten in mijn leven wanneer ik maar een ding kan denken: ik ben gek. Een gedachte die doorgaans snel gevolgd wordt door een andere, namelijk: was ik maar gek zonder het te beseffen. Dat lijkt me comfortabeler.

Op het moment dat mijn handen naar het stuk Sunlight zeep grijpen en ik de kraan open draai, het koude water langs mijn vingers, de rug van mijn handen en mijn handpalmen stroomt en ik met ingezeepte handen het voorschrift reinig, loop ik over van zelfmedelijden. Maar resistance is futile.

Ik heb twee keuzes wanneer de huisdokter me een elektronisch voorschrift overhandigt tijdens een consultatie.

Ofwel was ik – eens thuisgekomen – het voorschrift met zeep waarna mijn hersenpan mij groen licht geeft om naar een in haar ogen propere apotheek te trekken.

Ofwel was ik het voorschrift niet met zeep en ga ik naar een apotheek die mijn hersenen geklasseerd heeft als vuil waarna ik enorm in de problemen kom omdat ik met de grootste zorg de medicatie uit de doosjes dien te halen en in het ergste geval de blisters hetzelfde lot ondergaan als het voorschrift op de foto hierboven.

Je reinste onzin natuurlijk, want ook al ga ik naar een propere apotheek, niemand komt daar met een voorschrift aan dat zo dwangmatig ingezeept is al het mijne. Na alle tijdverlies ben ik er sowieso aan voor de moeite en is het resultaat net hetzelfde: ik krijg vuile doosjes mee naar huis. Ik weet dat, maar mijn brein ziet dat anders. Het wassen dempt de angst en net daar schuilt het gevaar van mijn ziekte. Het bekrachtigt flauwekul.

Onbegrip en niet vertrouwd zijn met de ziekte maakt het pas echt erg. Het is de schaamte die daaruit voortkomt die me weerhoudt om eenvoudigweg tegen wie dan ook te zeggen wat er al jaren gaande is. Hoe ik leef. Hoe moeilijk het is om zo te leven. Hoe ik het leven dan niet meer aankan. Omdat het nooit beter kan worden. Omdat ik niet kan genezen. Dus ik was mijn handen en alles waarvan mijn gedachten me dwingen het te wassen. Volgens welbepaalde rituelen. Elke dag opnieuw. Tot ik uitgeput ben en de wanhoop nabij.

De last van mijn ziekte die ik draag is dus al zwaar genoeg. Ik heb geen zin om me daar bovenop nog verbaasde blikken van anderen op de hals te halen wanneer ik probeer uit te leggen hoe mijn denkvermogen me gidst zonder dat het enige weerstand duldt. Het gevoel om niet uitgelegd te krijgen wat ik zelf niet begrijp, verscheurt me. Dus blijf ik mij verschuilen achter een zorgvuldig opgetrokken muur rond de burcht waar ik samen met Kaatje vertoef. Een slot waar we samen rust vinden, ver weg van iedereen. Met aan de dakrand de mooiste gargouilles die het water spuwen dat uit de hemel neervalt. De ophaalbrug blijft voor iedereen opgetrokken, op een enkeling na.

Toch verschoof afgelopen woensdag het evenwicht wat betreft de papieren voorschriften. Ik kon het niet meer opbrengen om ze af te wassen. Dat wat ik al jaren deed, begon zo zwaar te wegen dat de moed me in de schoenen zakte. Het ritueel afwassen, het enorme tijdverlies en het telkens weer zoeken naar uitvluchten waarom het papiertje er zo verfomfaaid uitziet of gewoon in twee gescheurd op de toog gepresenteerd wordt. Ik had er genoeg van. Ik kon maar één kant uit: richting het alternatief dat nooit geen kans maakte wegens teveel gêne. Dat haalde plots de bovenhand.

Ik hield mijn adem in terwijl ik met mijn vingers op het klavier onze apotheker een ongewone vraag mailde. Ik schreef vrij en vrank dat ik voorschriften van de dokter niet zomaar kan meenemen naar de apotheek omdat ze vuil zijn. Dat ik ze moet afwassen en dat dat niet erg handig is. Dat ik hoorde van zijn collega dat ze in principe enkel de barcode nodig hebben en dat dat via mail ook kan. Of ik de voorschriften dan in de toekomst op die manier kan bezorgen omdat het mijn leven zoveel makkelijker zou maken. Want een foto vanop afstand maakt dat ik het voorschrift niet moet aanraken, noch moet afwassen. Ik vermeldde nog even dat moeilijk uiteraard ook gaat. Toch sloot ik af met de hoop dat ik op zijn begrip kon rekenen.

Nadat ik op de verzendknop gedrukt had, speelde zich in mijn gedachten een heel scenario af waarbij de apotheker nog voor het openhartige bericht helemaal gelezen te hebben naar de telefoon greep om Mildred Ratched op te bellen. Zij adviseerde hem zonder twijfel een dwangbuis klaar te leggen voor bij mijn eerstvolgende bezoek.

Mijn verbazing was dus groot toen ik nog geen uur later al een antwoord mocht ontvangen met de melding dat dat helemaal geen ongewone vraag was en dat ze daar absoluut begrip voor hebben. Er volgde een korte uitleg over het type voorschrift dat ze nodig hebben om zonder tastbaar voorschrift te kunnen werken. Ik mocht ze gerust mailen in de toekomst.

En alsof het niet op kon, sloot de apotheker af met “mocht u in de toekomst nog ongemakken/obstakels ondervinden bij het afleveren van de voorschriften, laat dan maar weten. Dan zoeken we samen naar een oplossing.”

De pillen die de lieve man verkoopt smaken vanaf nu minder bitter.


coverfoto: The Queen’s Gambit – Netflix

Nougabollen

Kerstavond bij ons thuis was wat het al jaren is: niets bijzonders. Bevroren overschotjes werden uit volgestouwde schuiven van de diepvriezer gehaald. Bij gebrek aan labels hadden we er het raden naar wat het was alvorens het ontdooid was. Altijd spannend! Geduld is het enige wat soelaas bracht. Met elke seconde die wegtikte, verdween een ijskristal op de plastic bewaardozen.

Even spannend bleek de bestelde nougatinetaart bij de lokale patissier afhalen eerder die dag. Mijn tante had ze daar meer dan een week geleden met veel moeite voor ons kunnen bestellen ter gelegenheid van haar verjaardag. De bejaarde man die haar bestelling in de winkel opnam, was niet vertrouwd met moderne technologie en wist amper welke knoppen hij moest aanraken op het touchscreen. Na een telefonische bevestiging door het vertrouwde winkelpersoneel later die dag was mijn tante gerustgesteld. Alles was in orde. Het oppikken van de lekkernij in de ochtend van 24 december was een taak die ze op haar 80ste liever uitbesteedde.

Aangezien ik niet opgewassen ben tegen een niet te temmen en hardleerse mensenmassa die de pandemie een lachertje vindt en Kaatje het fort met onze zes kinderen/poezen bewaakte, was mijn mama de enige overgebleven gegadigde om de winkel binnen te stappen.

Die ochtend pik ik haar met de auto op bij haar thuis in Oud-Turnhout. Het is rustig op de baan. We passeren Bakkerij Goris waar alles zo vlot lijkt te lopen dat er niemand buiten moet wachten. Anders is het aan Keurslager Staes-Van Zummeren waar een gigantische rij mensen i.p.v. te anderhalvemeteren veertigcentimetert. Waarom toch? Ietwat verontwaardigd door zo’n asociale houding komen we op onze bestemming aan. Bij gebrek aan parkeerplaats zet ik me dubbel op de rijweg met mijn vier richtingaanwijzers op actief, uiteraard in de veronderstelling dat bestelling 287 afhalen hooguit een paar minuten in beslag zou nemen. Bovendien geen andere klanten in de handelszaak.

Wanneer mijn mama een kwartier later nog niet terug is en ik ondertussen de woede van enkele haastige chauffeurs in lelijke auto’s op de hals gehaald heb, vraag ik me af of ze de taart nog moeten bakken.

Na nog eens tien minuten zie ik mijn mama met een onvolledige bestelling verschijnen. De Kerststronk van mijn tante en nonkel tekende present, maar van onze taart geen spoor. Het was alle hens aan dek daar. Met man en macht werd gezocht naar de vermiste taart.

Na een speurtocht van het voltallige winkelpersoneel in ware Sherlock Holmes-stijl bleek dat onze nougatinetaart van vier personen per ongeluk in de handen van een andere mevrouw was beland. Die was er in tussentijd vandoor en had ongetwijfeld nog niet gezien dat haar taart van acht personen wel heel klein uitgevallen was.

Het was allemaal de schuld van gelijkaardige familienamen, zo bleek.

Maar geen nood, schreeuwden de dames achter de winkeltoog! Voor alles is een oplossing. Zo had één van de winkeljuffrouwen de mevrouw in kwestie ondertussen opgebeld met het verzoek de taart sito presto terug naar de winkel te brengen. Dan konden ze er ons alsnog plezier mee doen. We moesten zelf geen moeite meer doen om opnieuw tot daar te komen. De lekkernij-die-iemand-anders-al-eens-mee-naar-huis-genomen-had zou aan huis geleverd worden later die dag.

Ik dacht het niet.

Je hoeft geen smetvrees te hebben om te weten dat dit in tijden van COVID-19 geen strak plan is.

Nougabollen dus i.p.v. nougatine op Kerstavond.

Ook goed.