Tagarchief: ornithologie

Behandel mij (heel zacht)

Door het raam in onze keuken zie ik hoe het buiten miezert.

Ik heb het koud en krijg mezelf maar niet opgewarmd. Met mijn handen waarvan de vingers nog net niet blauw zien, houd ik een mok met warme drank stevig vast. Op de oude tas met een uitgelaten Snoopy schreeuwen grote, vetgedrukte rode letters This has been a happy day uit. Toch slaagt mijn favoriete antropomorfische hond er niet in mij op te beuren. Het is middag en hoewel de dag nog maar half is, was hij tot nu toe niets om vrolijk van te worden. Gekleed in iets waar ik liever niet op straat mee gezien wil worden, loop ik rusteloos door ons huis, denkend aan Kaatjes hospitalisatie die nu snel zal volgen. Het komt akelig dichtbij.

Een hongerige vink op een pindaslinger aan de leilinden in onze tuin leidt even de aandacht af van mijn bezorgdheid. Zonder mijn blik af te wenden van de gulzige vogel neem ik een slok van mijn gezoete appel-kaneel thee. Ik voel hoe de te hete drank via mijn slokdarm snel de weg naar mijn net gevulde maag vindt. Het brandt, maar op een andere manier dan de door zeep en te wisselvallig weer geïrriteerde huid van mijn armen en handen.

Wat me evenzo irriteert is hoe ik mijn emoties maar niet de baas lijk te kunnen. Het leven slingert me heen en weer zoals de wind de vink die nootjes verorbert geen rust gunt. Mijn gemoed schommelt tussen intens geluk en panische angst. En dan ben ik niet eens de persoon waarbij een hersenaneurysma vastgesteld is. Hoe moet mijn kersverse echtgenote die zich in stilzwijgen hult en ook naar mij toe doorgaans weinig emoties toont zich voelen? Haar trillende, klamme handen bij de inschrijving aan het onthaal van het Ziekenhuis Oost-Limburg begin februari zijn het enige wat verraadt hoe gespannen ze was en wellicht nog is.

We zijn 2 februari en netjes op tijd op de afspraak in het ZOL te Genk. Tijdens de consultatie voelt het alsof Dr. Luc Stockx – interventieradioloog en een autoriteit op het vlak van acute beroertes – met zijn woorden al mijn gevoelens in een blender gooit om er een voor mij toxische cocktail van te maken terwijl ik mijn hart als nooit van tevoren in mijn borstkas voel bonzen. Met de tranen in mijn ogen en zonder mijn mond te openen hap ik naar adem. Door een anatomische variatie van de hersenstructuur zit het aneurysma dissecans op een wel heel ongelukkige plaats. Tot overmaat van ramp is het ook nog eens grillig van vorm waardoor de kans bestaat dat de voorgestelde behandeling – balloon assisted coiling – met het daaraan gekoppelde risico op ernstige complicaties, geen oplossing biedt.

Een uurtje later keren we huiswaarts met een A4-tje waarop Dr. Stockx kribbelde terwijl hij toelichting bij Kaatjes diagnose gaf. De kruistekens die hij neerpende om te wijzen op de geringe overlevingskans bij een mogelijke bloeding als er nu niet ingegrepen wordt, maakten niet alleen de ernst van de situatie duidelijk, ze zorgden tevens voor een instant torsie van mijn maag. Dezelfde maag waarin de kokende appel-kaneel thee die ik bij de lunch dronk momenteel nog aan het afkoelen is.

Ik had het liever niet geweten, zegt Kaatje.
Ik wel, zegt Dr. Stockx. Nu kan je er iets aan doen.

Tijdens de rit naar huis wisselen we van gedachten. We praten intens over onze uiteenlopende gevoelens. Kaatje voelt zich in goede handen en is eerder rustig. Alles welbeschouwd heeft ze in principe geen keuze om zich al dan niet te laten behandelen. Misschien maar goed ook. Het draagt ongetwijfeld bij tot haar optimisme. Ikzelf ben bedroefd en onrustig, maar probeer me op te trekken aan de kracht van mijn geliefde. Hoe Kaatje zich voelt is voor mij tenslotte het enige wat telt en dus tracht ik mijn eigen stemming van me weg te duwen in de hoop zo aansluiting te vinden bij haar sterkte. Daarnaast is er de top-barman met zijn wansmakelijk drankje die me hoopvol stemt. Meer nog dan de manier waarop de aangename specialist vertrouwen uitstraalt door zijn expertise en de tijd die hij nam om ons heel rustig duidelijk te maken waar we voor staan, is er iets anders dat mij moed geeft: zijn schoenen. Wanneer ik tijdens de consultatie, aandachtig luisterend, plots besluit mijn benen te kruisen en naar beneden kijk om te zien of mijn voeten de zijne niet raken door mijn geschuifel, vallen ze me op: witte gympies met felblauwe nestels. Ik herken ze van mijn speurtocht naar de topdokter op Google. Ze duiken op in zowat alle foto’s die ik van de arts terugvond. Er is iets mee, maar ik weet niet wat. Ik kan alleen besluiten dat ze me rust geven.

Vandaag, iets meer dan een maand na de raadpleging, zijn we gehuwd. Ons leven en onze liefde voor mekaar is niet anders, maar toch zo anders. Het is meer. Het voelt zo goed. Zo waardevol.

We zitten aan tafel en kijken elkaar diep in de ogen terwijl we genieten van lekkers dat Joost Arijs voor ons bereid heeft.

Woorden zijn overbodig.
Voor weemoed is nu geen plaats.

Verman jezelf, zeg ik tegen mezelf en ik denk aan wijze woorden:

mensen lijden ’t meest
door ’t lijden dat men vreest,
maar nooit op komt dagen

Macarons smelten op onze tong.
De hemel is hier.

Alles komt goed.


foto Dr. Stockx: Het Belang van Limburg